Wanneer je in Photoshop werkt en klaar bent met het aanpassen van je foto’s en je moet ze aan iemand sturen dan is de manier om dat te doen er een kopie van maken, die de gewenste afmetingen en kleurruimte geven, die kopie dan op te slaan en te versturen. Veel handiger is het om deze serie handelingen in één keer te doen als een export vanuit Lightroom waarin je ook je aangepaste Photoshop bestand, ook met lagen en al kunt onderbrengen. Bij export vanuit Lightroom maak je altijd een kopie en blijft je origineel ongewijzigd. Je kunt ook vaste instellingen voor bepaalde gebruiksdoelen opslaan. Na afleveren kun je de geëxporteerde bestanden gewoon verwijderen, je kunt ze immers altijd opnieuw maken.
Bij die export kun je alle instellingen kiezen die van belang zijn.
Op zich is het bureaublad daar bij wijze van uitzondering wel handig voor omdat je de bestanden na het versturen toch gaat verwijderen.
Zelf houd ik altijd mijn eigen naamgeving aan, dan kan ik ze terugvinden als er vragen over komen. Maar sommige klanten willen speciale bestandsnamen, dan zul je je daar naar moeten voegen.
Ik gebruik eigenlijk alleen maar JPEG met de instelling op 84% in Lightroom, dat is ongeveer gelijk aan kwaliteit 9 in Photoshop. De kleurruimte is sRGB voor internet, AdobeRGB voor drukwerk. Willen de klanten één bestand voor elk gebruik dan zou ik ook sRGB gebruiken.
Hier kun je kiezen hoe groot het bestand moet worden, samen met de resolutie. Die laatste laat ik altijd op 300dpi staan, voor vormgevers is dat fijn, voor het internet is die instelling van geen enkele betekenis.
Het is mogelijk om de bestanden extra te verscherpen, voor afdruk of scherm. Dat werkt heel mooi, maar is alleen echt zinvol wanneer je zelf al weet hoe groot de foto precies gebruikt zal worden, wat vaak niet het geval zal zijn.
Zelf zou ik niet weten waarom je niet alle door je camera en jezelf toegevoegde informatie in het bestand op zou nemen, maar je kunt andere keuzes maken.