Niet iedere fotograaf is gediend van het abonnementsmodel van Adobe of volledig tevreden met de mogelijkheden of andere aspecten van de Adobe software. Het kan ook zijn dat je een ander programma gebruikt en over wilt stappen naar weer een ander. Een groep Apple gebruikers heeft dat meegemaakt bij het verdwijnen van Apple’s Aperture, het kan anderen ook overkomen lijkt me. De ontevredenheid die je op het internet makkelijk terug kunt vinden heeft inmiddels een flink aantal software bedrijven aangezet tot het ontwikkelen van alternatieven, er komt een hele reeks programma’s tevoorschijn die vaak claimen beter, sneller, handiger of goedkoper te zijn, en bij voorkeur natuurlijk een combinatie van al die prettige eigenschappen te hebben. Of je nu bezig bent na te denken over andere software of dat je denkt dat het misschien ooit wel eens zal gebeuren, het is handig om even de mogelijke hindernissen voor een overstap op een rijtje te zetten.
Wanneer je overstapt naar andere software is het nuttig om zeker te zijn van de voordelen en vervolgens te gaan kijken naar wat je eventueel verliest aan informatie rond de foto’s die je al eerder hebt gemaakt en bewerkt. Hoe beter je huidige en toekomstige programma zich aan standaards conformeren, hoe makkelijker de overstap zal verlopen. Maar er zijn ook zaken waar geen standaards voor zijn, dat betreft dan met name de bewerkingen die je op RAW-bestanden hebt toegepast en de manier waarop die worden opgeslagen. Het gaat bij de overstap om drie zaken:
Handig zou zijn als alles gewoon mee genomen kon worden naar een ander programma, maar dat zal helaas nooit het geval zijn.
Niet voor elk soort fotografie is de toegevoegde informatie aan de orde, maar wanneer je wel informatie toevoegt om je foto’s later terug te kunnen vinden maken vrijwel alle programma’s tegenwoordig gebruik van de IPTC-standaard voor de verschillende soorten informatie, en ook de manier waarop die informatie aan de foto’s wordt toegevoegd is redelijk gestandaardiseerd. Daarom kun je een programma als Photo Mechanic gebruiken om snel informatie toe te voegen, in de software waarmee je je foto’s verder bewerkt vind je diezelfde informatie terug. Dat werkt voor JPEG en TIFF bestanden probleemloos, bij RAW-bestanden zijn er wel verschillende technieken mogelijk om de informatie aan het bestand te koppelen, de losse .xmp-bestanden zijn daarbij het onhandigst, maar zolang je ze maar samen met de RAW-bestanden bewaart hoort ook dat goed te gaan. En omdat de informatie in of bij de bestanden bewaard wordt is het overzetten van je catalogus, je archief, of hoe het maar mag heten bij de software die je gebruikt, geen enkel probleem: je maakt in de nieuwe software gewoon een nieuwe aan en voegt daar alle foto’s aan toe, de informatie komt gewoon mee. Voorwaarde is dat het programma dat je nu gebruikt de informatie inderdaad opslaat als IPTC en onderdeel van de bestanden.
Naast de standaard IPTC informatie kan een catalogus nog extra informatie bevatten en omdat die niet volgens een standaard is opgezet zal dat slecht of niet uitwisselbaar zijn met een ander programma, tenzij er speciale software geschreven wordt om die informatie uit de catalogus van het ene programma naar het andere over te zetten, als die mogelijkheden in het nieuwe programma tenminste aanwezig zijn. In het geval van een Lightroom catalogus kan het dan om een aantal zaken gaan: virtuele kopieën, stapels waarin foto’s gegroepeerd zijn en slimme verzamelingen. Heb je daar veel gebruik van gemaakt, dan is de kans groot dat je die informatie verliest en al het werk dat er in gestoken is dus ook.
Wat nooit uitwisselbaar is zijn de bewerkingen. Elk programma gebruikt eigen rekenmethodes om foto’s aan te passen, alleen Lightroom en Adobe Camera RAW delen hun techniek. Wanneer je foto’s alleen in een bewerkte RAW-versie bewaart zul je in andere software gewoon weer de opname zien zoals die direct uit de camera komt, zonder gedane aanpassingen, zoals de foto standaard door de nieuwe software wordt weergegeven. En wanneer de oude software niet blijft werken moet je daar een oplossing voor vinden. Hoewel het als zodanig onhandig is, is het maken van een kopie van de bewerkte foto als JPEG-bestand een oplossing. Wanneer je die foto uit je archief moet leveren heb je dat JPEG-bestand. Ben je er achteraf niet tevreden over, dan zul je de foto in je nieuwe software helemaal opnieuw moeten bewerken. Dit probleem doet zich overigens ook voor met JPEG-bestanden die in Lightroom bewerkt zijn, ook daar wordt het origineel niet gewijzigd. Je moet de kopieën dan een andere naam geven als je ze bij het origineel wilt bewaren.
Gebruik je op dit moment Lightroom en je wilt Photoshop zelf blijven gebruiken, dan zal een overstap naar een ander programma je altijd meer geld kosten. Ook is de integratie tussen Lightroom en Photoshop, bijvoorbeeld door middel van ‘slimme objecten’, veel hechter dan bij andere programma’s het geval is. Maar wanneer je, hopelijk door het zelf uit te proberen en niet op basis van reclame- of ‘ambassador’ informatie, tot de slotsom bent gekomen dat een ander programma echt beter is, dan moet je kijken welke stappen je moet nemen om zo eenvoudig mogelijk over te kunnen gaan op het werken met dat andere programma. Hoe minder vaak je oudere foto’s weer tevoorschijn haalt, hoe makkelijker het is. En wanneer je vanuit een ander programma naar Adobe overstapt krijg je natuurlijk met dezelfde problemen te maken. Tenslotte is er nog een punt voor fotografen die nog redelijke oude RAW-bestanden hebben waar ze eventueel nog iets mee willen: de nieuwste programma’s ondersteunen wel de nieuwste camera’s, maar het is zinvol om even te kijken of ze ook de oudere camera’s ondersteunen, dat staat vaak niet in de reclame uitingen.